Warmte en koude isolatie
Isoleren
Een ruimte die je verwarmd hebt op 21°C wil je graag zo lang mogelijk op deze temperatuur houden zonder dat je bij hoeft te verwarmen. Om dit te realiseren moet je zorgen dat de warmte niet naar andere ruimten verdwijnt. Het isoleren van plafond, wanden en vloeren voorkomt dat de warmte uit de ruimte verdwijnt. Hoe hoger de isolatiewaarde (λ waarde (W/mK), hoe meer warmte in de ruimte blijft.
Isolatie
Warmte heeft de natuurlijke eigenschap om op te stijgen. Dat betekent dat de meeste warmte verdwijnt via het plafond en de minste warmte via de vloer. Koude heeft de natuurlijke eigenschap om naar beneden te zakken. Als de slaapkamer boven de woonkamer een lagere temperatuur heeft dan de woonkamer zal de koude door het plafond naar de woonkamer trekken en de warmte van de woonkamer zal via de slaapkamer naar buiten verdwijnen.
Isolatiematerialen zijn er in vele vormen en worden verschillend voorzien van diverse waarden.
Isolatiematerialen
Isolatiematerialen zijn er voor diverse toepassingen. Het gebruik van natuurlijke materialen geniet de voorkeur. Voorbeelden van natuurlijk materialen: metisse, biofoam parels, vlas, hennep, schapenwol, kurk, stro, schelpen, leemstuc.
Bij het toepassen van natuurlijke isolatiematerialen is het belangrijk om de diverse eigenschappen van het toe te passen isolatiemateriaal goed te onderzoeken; denk daarbij aan de Lambda waarde, brandklasse-indeling, scorepeilers van duurzaamheid (planet-people-profit), weersinvloeden, vochtregulerendheid en de prijs- en prestatieverhouding.
Veel gebruikte traditionele isolatiematerialen zijn: XPS, EPS,glaswol, steenwol, PUR, PIR, thermokussens, resolschuim, cellulair glas en isoltrend. Meer hierover lezen?: https://houhetwarm.nl
Begrippenlijst isolatie
| λ waarde (W/mK) | Lambda is de thermische isolatiewaarde van een materiaal. Hoe lager de λ waarde hoe beter een materiaal isoleert. |
| R waarde | Warmteweerstand opgegeven door fabrikant volgens NEN-EN 13162. Hoe hoger de R waarde hoe beter het product isoleert. |
| Rw | Warmteweerstand van een constructie in (m2K/W). Berekening volgens NEN 1068:2001 of NPR 2068:2002. |
| Rm | Warmteweerstand van iedere laag waaruit de constructie is opgebouwd. De algemene formule is: R m = d/λ. (d= dikte in mm. λ Warmtegeleidingcoëfficiënt van een materiaal) |
| Rsl / Rse | Overgangsweerstand aan de binnen en buitenzijde van de constructie. Tabel 2 NEN 1068. |
| U | Warmtedoorgangscoëfficiënt (W/m2K). Hoe lager de U waarde, hoe minder energieverlies |